Ode aan mijn opa

Het is dit jaar precies 100 jaar geleden dat mijn opa werd geboren.

Hoe hij als kleine jongen was weet ik alleen van zijn verhalen en dat hij toen deed waar hij zin in had spreekt uit de schoolfoto die ik van hem heb.

Als enige van de klas heeft hij zijn handen voor zich op tafel in plaats van netjes achter zijn rug. 

Wat hij erg leuk vond was vissen langs de waterkant.

Of hij daar ook de tijd voor had toen hij acht thuiswonende kinderen had, dat moet ik aan mijn moeder vragen.

Maar als kind kwam ik hem regelmatig tegen langs de waterkant.

‘Hee opa’, mocht ik niet roepen, want dan joeg ik de vissen weg. Gezellig kletsen kon eigenlijk ook niet, maar fluisteren was goed.

Ik zat graag naast hem. Er ging een soort rust van hem uit.

Ik heb fijne herinneringen aan mijn opa.

Vooral toen ik een twintiger was en stamboomonderzoek wilde doen. Uren heb ik gepraat met mijn opa, de fotoboeken tussen ons in en op schoot.

Die foto’s heb ik geërfd, omdat hij wist dat ik er belangstelling voor had.

Zijn visspulletjes heb ik ook.

Niet om te vissen langs de waterkant, maar om te verwerken in mijn kunst.

Ik vang ze niet, maar ik creëer mijn eigen vissen, met een beetje hulp van de visspullen van mijn opa.

Iedere nieuwe vis is een nieuwe opa Chris-vis, als eerbetoon aan mijn lieve, rustige opa Chris.